1. De siësta – rust is heilig
Tussen 14u en 17u lijkt het even alsof alles stilvalt. De winkels sluiten, de straten worden rustig — en jij leert waarom.
De siësta is geen luiheid, het is levenskunst. Het is het moment waarop je lichaam en geest herademen.
Een korte pauze in de hitte van de dag, zodat je ’s avonds weer fris en vrolijk op pad kunt.
2. Tapas delen – samen smaakt beter
In Spanje bestel je zelden één groot gerecht voor jezelf. Je deelt kleine schotels — tapas — met familie of vrienden, terwijl het gesprek net zo rijk is als de smaken.
Je leert dat eten hier niet over vullen gaat, maar over verbinden. Over tijd maken, lachen, proeven, bijschenken… en weer verder praten.

3. Tijd is een richtlijn, geen verplichting
Afspraken zijn flexibel, lunches lopen uit, en niemand maakt zich druk. De Spaanse mentaliteit leert je dat leven belangrijker is dan plannen. En het mooie is: zodra je dat ritme accepteert, verdwijnt de stress vanzelf.
4. Buiten leven is standaard
In Spanje gebeurt het leven buiten. De terrassen zijn vol, kinderen spelen op straat, buren kletsen aan de hoek van het plein.
Zelfs in de winter ontbijt je buiten in de zon. De buitenlucht hoort bij het dagelijks leven — en dat doet wonderen voor je humeur én gezondheid.

5. Feesten zit in het DNA
Van lokale dorpsfeesten tot nationale vieringen: Spanjaarden vieren alles. En ze doen dat met vuur, kleur en muziek.
Of het nu San Juan, Semana Santa of een dorpsfiësta is — je leert dat feest hier geen luxe is, maar een manier om het leven te vieren.

6. Rustige ochtenden, late avonden
In Spanje begin je de dag traag. Een koffie, een praatje, misschien een wandeling naar de bakker.
’s Middags leeft alles op, en ’s avonds… komt iedereen buiten.
Het is niet ongewoon om om 22u nog te dineren of te wandelen met vrienden. De dag eindigt laat, maar nooit gehaast.
7. Eenvoud is smaakvol
Knoflook, olijfolie, verse tomaten, brood en zeezout — meer heeft de Spanjaard niet nodig. Je leert opnieuw te genieten van eenvoudige ingrediënten, eerlijk eten, seizoensproducten.
Geen haast, geen franjes — gewoon smaak en kwaliteit.
8. Praten is een nationale sport
In Spanje praat men overal en met iedereen. Op straat, in de winkel, in de lift — een gesprek is snel geboren.
Je leert dat een glimlach en een “¡Hola, buenos días!” deuren openen. Die openheid maakt het makkelijk om contacten te leggen, zelfs als nieuwkomer.
9. Familie is heilig
Zondagen zijn voor familie. Gezamenlijke lunches die uren duren, kinderen die spelen, grootouders die vertellen.
Je beseft hoe belangrijk het is om tijd te maken voor elkaar. Niet even snel, maar écht samen.

10. Genieten is geen luxe, het is een levenshouding
Aan de Costa Blanca leer je dat genieten niet iets is dat je “verdient” na hard werken — het is iets dat je elke dag hoort te doen.
Een koffietje in de zon, een wandeling aan zee, een glimlach van de buurman — het zijn kleine momenten die hier vanzelfsprekend worden.
En als je dat eenmaal hebt gevoeld, wil je nooit meer terug.
Conclusie
Wonen in Spanje leert je vooral één ding: dat het leven bedoeld is om geleefd te worden, niet gerend. De zon, de mensen, de ritmes… alles hier nodigt uit om te vertragen, te genieten en te verbinden.
Bij EL Arfero geloven we dat wie hier een woning koopt, meer vindt dan een huis. Je vindt een nieuwe manier van leven — één met tijd, warmte en levensvreugde.