Wanneer je de stap zet om (deels) in Spanje te wonen, wil je niet alleen zon, zee en rust — je wil ook zekerheid. Een van de meest gestelde vragen bij wie naar Spanje verhuist, is dan ook: “Hoe goed is de gezondheidszorg daar eigenlijk?” Het goede nieuws: Spanje scoort al jaren bij de top van Europa op vlak van zorgkwaliteit, toegankelijkheid en levensverwachting.
Een sterk en toegankelijk systeem
De Spaanse gezondheidszorg (Sistema Nacional de Salud – SNS) is grotendeels openbaar en wordt gefinancierd via belastingen en sociale bijdragen. Daardoor heeft iedereen die legaal in Spanje woont of werkt, recht op toegang tot basiszorg. Dit geldt ook voor gepensioneerden of zelfstandigen die hun bijdragen betalen via het systeem van de Seguridad Social.
Wie tijdelijk in Spanje verblijft — bijvoorbeeld als tweede verblijfsbewoner — kan gebruikmaken van de Europese Ziekteverzekeringskaart (EHIC). Daarmee krijg je in noodsituaties toegang tot dezelfde medische hulp als lokale inwoners.
De meeste steden en dorpen beschikken over een Centro de Salud (gezondheidscentrum) met huisartsen, verpleegkundigen en tandartsen. In grotere gemeenten vind je ook regionale ziekenhuizen en gespecialiseerde afdelingen voor spoed, pediatrie en chirurgie. De infrastructuur is modern en goed uitgerust, zeker aan de Costa Blanca en Costa Cálida, waar veel buitenlanders wonen.

Openbaar of privé: wat kies je best?
Hoewel de openbare gezondheidszorg uitstekend is, ervaren veel buitenlanders de wachttijden voor specialistische consultaties als een nadeel. Daarom kiezen steeds meer expats voor een privéverzekering, die extra comfort en snellere toegang biedt.
In de praktijk combineren veel mensen beide systemen: de openbare zorg voor basisbehandelingen en noodgevallen, en de privéverzekering voor specialistische of geplande zorg. De kosten blijven relatief laag: een privéverzekering kost doorgaans tussen de €40 en €100 per maand, afhankelijk van leeftijd, regio en de gekozen dekking.
Bekende aanbieders zoals Sanitas, DKV, Asisa, Mapfre en Cigna hebben Engelstalige artsen en klantenservice, wat het gebruik voor buitenlanders eenvoudig maakt. In toeristische regio’s vind je bovendien veel privéklinieken waar de communicatie in het Engels, Duits of Frans verloopt — iets wat voor veel expats geruststellend is.

Apotheken en huisartsen: overal dichtbij
Eén van de grootste troeven van Spanje is de laagdrempelige toegang tot zorg. In elk dorp is er minstens één apotheek (farmacia), herkenbaar aan het groene kruis. Apothekers spelen hier een grotere rol dan in Noord-Europa: ze geven niet alleen advies, maar helpen ook met kleine kwaaltjes, meten bloeddruk of verstrekken medicatie zonder dat je eerst een arts moet zien.
Apotheken zijn doorgaans zes dagen per week geopend, en er is altijd een nacht- of weekenddienst in de buurt. De prijzen van medicijnen zijn gereguleerd door de overheid, waardoor ze vaak goedkoper zijn dan in België of Nederland.
Voor meer uitgebreide hulp kun je terecht in een Centro de Salud, waar huisartsen en verpleegkundigen beschikbaar zijn voor consultaties, vaccinaties en medische opvolging. De meeste artsen spreken voldoende Engels, zeker in de kustgebieden waar veel buitenlandse patiënten komen.

Gezondheid in mediterrane stijl
Een belangrijk verschil met Noord-Europa is dat gezondheid in Spanje veel breder wordt bekeken dan enkel medische zorg. Het draait hier om preventie, balans en levenskwaliteit. De mediterrane voeding, met veel olijfolie, groenten, vis en fruit, heeft wetenschappelijk bewezen gezondheidsvoordelen. Ze verlaagt het risico op hart- en vaatziekten en bevordert een lang leven.
Ook het klimaat speelt mee: dankzij het zonnige weer krijgen inwoners meer vitamine D, wat goed is voor botten en immuunsysteem. Bovendien zorgt het buitenleven — wandelen, fietsen, zwemmen — voor meer dagelijkse beweging.
Het lagere stressniveau is een ander belangrijk aspect. Spanjaarden nemen de tijd om te eten, te rusten en sociaal contact te onderhouden. Deze levensstijl draagt bij aan het feit dat Spanje een van de hoogste levensverwachtingen ter wereld heeft: gemiddeld meer dan 83 jaar.

Wat moet je praktisch regelen als expat
Om gebruik te maken van de Spaanse gezondheidszorg, moet je enkele administratieve stappen volgen. Wie zich permanent vestigt in Spanje, moet eerst een NIE-nummer aanvragen — het identificatienummer voor buitenlanders. Vervolgens schrijf je je in bij de gemeente (empadronamiento).
Werk je in Spanje of ontvang je een Spaans pensioen, dan ben je automatisch aangesloten bij de Seguridad Social. Daarmee kun je een Tarjeta Sanitaria Individual (TSI) aanvragen, de persoonlijke gezondheidskaart die toegang geeft tot consultaties en behandelingen binnen het openbare systeem.
Ben je nog niet resident, of werk je niet in Spanje, dan is het verstandig een privéverzekering af te sluiten die ook spoedhulp en ziekenhuisopnames dekt. De meeste maatschappijen hebben specifieke pakketten voor expats of tweede verblijvers.
Conclusie: leven met zekerheid onder de zon
De Spaanse gezondheidszorg combineert kwaliteit, menselijkheid en betaalbaarheid.
Waar andere Zuid-Europese landen soms kampen met bureaucratie, blinkt Spanje uit in efficiëntie en toegankelijkheid. Of je nu permanent in Spanje woont, overwintert of er investeert in een tweede woning: het geeft een gerust gevoel te weten dat je altijd goed geholpen wordt.